Principes voor een zelfverdedigingssysteem

In december 2015 woonden een aantal leden van de vzw Krav Maga Trainingscentrum een seminarie bij gegeven door Rory Miller. Na dit seminarie werden er gedachten uitgewisseld over welke principes een zelfverdedigingssyteem dient te beschikken. Volgens Rory Miller zijn principes de regels uit de fysica of meetkunde die alle andere zaken doen werken. Het is een principe als het betrekking heeft op slaan, worstelen en wapens. Er zijn geen uitzonderingen. Hefboomwerking is doorslaggevend voor alle drie en goede hefboomwerking is altijd superieur aan zwakke hefboomwerking. Dit geldt zowel voor handel, tuinieren, onderhandelingen, automechanica. Je vindt overal een solide kern van principes.
Laten we het hebben over wat geen principe is: doelen, strategieën, tactieken, technieken, concepten en aforismen zijn geen principes.
“Niet gewond raken” is een doel, geen principe. Geblesseerd raken maakt alles moeilijker, dus niet gewond worden is een goed doel, maar het is zelfs geen plan. Het is het resultaat van veel geluk en alles juist te doen. Waar je wil eindigen, is een doel, maar het helpt je niet er te geraken, dus is het geen principe. Het is zelfs geen strategie of tactiek
“Veroorzaak schade” is een strategie. Het is het vage pad naar je doel. Nogmaals, schade willen veroorzaken, verhoogt de efficiëntie van het schade toebrengen zelf niet, dus is het geen principe.
Terugslaan is een tactiek. Het kan je helpen om je doelen te bereiken en je strategie te implementeren, maar het doet dingen niet beter werken. Daarvoor gebruik je beter principes.
“Gebruik het krachtniveau dat past bij de situatie” is een concept. Het is een belangrijke manier van denken en kan elk aspect van de training en het vechten verrijken, maar het is geen  principe. Niets in deze uitspraak verhoogt de efficiëntie van het niveau dat je besluit te gebruiken.
Aforismen zijn kleine brokjes wijsheid zoals “Hard voor zacht en zacht voor hard”. Het zijn klankhapjes van principes die niet begrepen zijn. “Hard voor zacht, zacht voor hard” is slechts soms juist. Een solide, harde stok brengt meer schade toe aan blootgestelde gewrichten en beenderen dan aan spieren. Het principe achter “Hard voor zacht, zacht voor hard” zou kunnen zijn “Kies een doel dat past bij je wapen.” Gaat dit op voor slaan, worstelen en wapens? Zijn er uitzonderingen? Zijn er gevallen waarin het gebruik van het verkeerde instrument voor de taak of het gebruik van een instrument voor het verkeerde doel een goed idee is? “Kies het doel dat geschikt is voor je wapen” past bij mijn definitie van een principe.
Let op: aforismen zijn één van de sleutels om  jouw principes te ontdekken. Graaf diep en vind wat de  onderliggende waarheid is.
Nog iets om aandacht aan te schenken: training trivia zoals “Je moet je voet 45° draaien in deze techniek” is bijna altijd een sleutel voor een principe. Als een principe niet onderwezen wordt of niet begrepen is, moeten trivia gememoriseerd worden om het gat op te vullen. Eens het principe begrepen is, worden de trivia onnodig omdat de reden helder is. Het principe zal ook de grens aangeven als de situatie verandert en de trivia onwaar en ondoeltreffend worden.
Zo, nog eens, het is tijd om pen en papier te nemen en een lijst te maken van jouw principes. Je vindt Rory Miller zijn lijst in bijlage, maar zoals met de bouwstenen, creëer eerst je eigen lijst. Het zou ook een goed idee kunnen zijn om een dag of twee hiervoor te nemen omdat de meeste mensen niet gewoon zijn om op deze manier te denken of met een dergelijke diepgang te analyseren wat ze leerden. Neem je tijd. De lijst zal waarschijnlijk niet zo heel lang zijn.
Extra credit voor thuiswerk: neem iets buiten dit domein, waarin je goed bent, – tuinieren, EHBO, mechanica, raadgeven, om het even wat – en leidt de lijst principes eruit af.

De Principes volgens Rory Miller zijn:


  1. Hefboomkracht: hoe langer de hefboomarm, hoe meer kracht je kan toepassen. In een polshoudgreep is de diagonaal over de rug van de hand de langste hefboomarm; in een veeg geldt hoe groter de kracht op het lichaam en hoe lager die op het been, hoe moeilijker het is om de worp te weerstaan.
  2. Structuur: Gebruik botten in plaats van spieren. Gebeente wordt niet moe. Niet gestructureerde gewrichten creëren schokdempers die kracht afleiden in de ruimte als je uithaalt. Het lichaam is geconnecteerd dus als je het correct uitvoert, kan een greep op de schouder van de tegenstander (of, soms, polshoudgreep) je controle geven over zijn voeten. In een verdedigingspositie, verplicht een goede structuur de aanvaller, vooral zij die je proberen vast te grijpen, om tegen gebeente te werken. Ze kunnen gewrichten buigen en spieren uitputten, maar ze kunnen geen gebeente samendrukken.
  3. Evenwicht: Je contactpunten met de grond vormen een basis. Je zwaartekrachtcentrum (ZKC) blijft boven die basis. Als het ZKC de basis loslaat, verlies je je evenwicht; als de basis niet terug kan onder het ZKC , dan val je of rol je. Zo gemakkelijk is het. Heb controle over jouw evenwicht en manipuleer dat van je opponent. Twee mensen in een clinch kunnen gezien worden als twee basissen en twee ZKC’s of als een vierpotig schepsel met een gedeeld ZKC dat je kan controleren.
  4. 2-Wegsacties: Wanneer mogelijk, sla vanuit twee richtingen: duw- en trekhoudgrepen; dreun- en veegneerhalen; oefen en eet gezond om fit te worden.
  5. Zwaartekracht: zwaartekracht is niet zichtbaar, het is sterker dan jij en je kan niet versnellen. Telkens wanneer mogelijk, gebruik je gewicht in plaats van of bovenop je kracht.
  6. Actie/Reactie: Wie het eerst beweegt, landt eerst. Neem en behoud het initiatief.
  7. Giften: Elk van de aanvallen van de tegenstander komt met een momentum dat je kan uitbuiten. De wereld is vol obstakels en wapens die je kan gebruiken. Leer om ze te zien.
  8. Plaats en Tijd: Een groot en complex onderwerp. Dit omvat bereik, vechten tegen leegte in plaats van tegen kracht, creëren en gebruiken van dode zones om veilig te zijn in een gevecht, controle van het tempo, het mentaal veranderen van de perceptie van tijd en afstand van je opponent, creëren van stilstanden, afleidingsmanoeuvres … dit is een groot onderwerp.
  9. Lijn en Cirkel: De meetkunde van het conflict. Lineaire en cirkelvormige bewegingen hebben verschillende mogelijkheden, krachtontwikkelingen, sterktes en zwaktes.
  10. Omgeving: Gebruik alles rondom jou, van het terrein tot de sociale attitudes van het publiek. Dit heeft strategische, tactische en onmiddellijke toepassingen.
  11. Mikken: Sommige plaatsen doen meer pijn dan andere. Raak het punt dat het meest pijn doet.

Reacties