Deel 4: Seminarie Rory Miller 

Logic of Violence / Think like a criminal


Op 12 en 13 december 2015 woonden we met Krav Maga Trainingscentrum een seminarie bij gegeven door Rory Miller, en georganiseerd door Systema Kortrijk.

Deel 4 van het verslag: ‘Think Like a Criminal’.

1. Think like a criminal

Met ‘The Logic of Violence’ verdiepten we ons in de logica van geweld. Dit deden we door middel van een aantal denkoefeningen. Hier bouwen we op verder om ons ten volle in te leven in hoe een crimineel denkt, dit teneinde de rollen om te draaien, om in staat te zijn slachtofferschap te vermijden. Voetnoot: het crimineel denken is geen ander denken dat dit van u en ik. Dit was één van de conclusies die we kunnen trekken uit wat de piramide van Maslow ons leert over zelfverdediging.

Ons doel is 160 euro per dag bekomen, en de parameters zijn ‘niet gepakt worden’, ‘niet verwond geraken’ en ‘geen reputatieverlies’ (kortom: de parameters zijn het antwoord op onze risicoafweging).
Om succesvol ons doel te behalen zullen we een gedetailleerd antwoord moeten verschaffen op 6 vragen:
  • Wie zullen we benaderen?
  • Waar zullen we dat doen?
  • Is ons slachtoffer klaar om het te kunnen benaderen?
  • Hoe zullen we het slachtoffer isoleren zodat we ongestoord ons doel kunnen bereiken?
  • Hoe zullen we het psychologisch intimideren?
  • Hoe zullen we het fysiek overweldigen (indien nodig)?
Wat volgt is een boeiende groepsoefening waarbij we denken vanuit het potentieel criminele brein, ons brein.

2. Target – Wie?


We verkiezen als targetgroep spontaan zwakkere personen waarbij we minder weerstand verwachten. Daartoe behoren vrouwen, andersvaliden en kinderen. Naargelang het land laten we ons oog vallen op obers die met hun fooi huiswaarts gaan, postbodes, winkeliers, toeristen, zakenmannen op reis, drugdealers, thuislozen, apothekers, dokters, taxichauffeurs…
Kidnapping en gijzeling stellen ons voor grote logistieke problemen en bij falen is de kans op een langdurige straf hoog, dit gaan we bijgevolg vermijden. Inbraak is dan weer veiliger dan beroving. Qua etniciteit kiezen we voor bijvoorbeeld Oost-Europeanen en Aziaten, die ervoor gekend zijn minder vertrouwen in politie te stellen. We kiezen dus ook voor subculturen waarvan we weten dat ze hun problemen zelf oplossen. En grafschennis en doden bestelen… garandeert ons niet van een vast inkomen.
Nu we weten welke gazelles in de groep het lekkerst en makkelijkst te grijpen zijn, willen we weten waar we ze zullen selecteren.

3. Target – Waar?


Parkeerterreinen, stations en luchthavens behoren tot de favoriete plaatsen: er passeert veel volk (wat ruime keuze oplevert) dat afgeleid is, en waarvan de eerste bezorgdheid niet ‘awareness’ is. Bevolkte parkings leveren op dit vlak veel meer potentiële slachtoffers dan lege parkings. Uitstekend voor diefstal en om targets te selecteren zijn casino’s, winkelketens, business centra, bars, campussen, openbare toiletten, sportdomeinen, hiking trails, muziekfestivals, en noem maar op. Rory Miller kon het niet geloven, maar de groep was overtuigd:on beaches.
We gaan observeren tot we onze prooi gevonden hebben en dit op alle plaatsen waar grote populaties samen komen, hun hoofd ‘fucked up’ is, en waar we geen nood hebben aan privacy voor de voorbereiding van ons crimineel plan. Wie we eruit zullen pikken, zal afhangen van onze gekozen werkwijze. We kunnen niet-officiële taxi’s viseren, en plaatsen voor prostitutie frequenteren, in het bijzonder waar mannen of vrouwen afpersbaar zijn omdat ze niet willen dat ze er waargenomen werden.

We krijgen een huistaak mee: Ga op een publieke plaats mensen observeren. Check hen op vreemd zijn, en op al dan niet onderdanig gedrag; wees bewust van waar ze naar kijken, en in het bijzonder waar ze proberen niet naar te kijken. Let op hun kledij: dragen ze een kostuum (gericht op een sociale context) of kleden ze zich tegen de kou. Wat is de boodschap die ze met hun kledij willen uitzenden? Willen ze opgemerkt worden in de groep, of juist niet? Laat je gedachten de vrije loop. Hoe spontaner, hoe beter. Vaak blokkeren we onze intuïtie omdat we geleerd hebben om denkprocessen de overhand te laten halen. Toch is intuïtie geregeld waardevoller als het om opvangen van signalen gaat.

4. Target – Klaar?


Is ons target klaar om benaderd te worden zodat we ons doel kunnen bereiken?
Brainstorming leert ons dat mensen ‘rijp’ zijn om slachtoffer te worden als ze verward zijn, afgeleid en niet alert op potentieel gevaar. Ze lopen alleen, en zijn eerder klein van gestalte. Ze zijn de weg kwijt, zichtbaar vermoeid, en hebben bijvoorbeeld een acuut probleem. Vaak spreken ze de taal niet of kennen de gangbare gewoontes niet goed, ze zijn dronken (dit laatste is enkel een voordeel indien we een diefstal willen plegen, niet als we willen vechten). Hun coördinatie is niet goed, ze lopen bijvoorbeeld op hoge hakken, en zijn in slechte fysieke conditie. Ze dragen waardevolle zaken bij zich die voor anderen gemakkelijk bereikbaar zijn. Ook ‘pleaser personalities’, zij die steeds vriendelijk willen zijn en in nood aan contact, zijn bijzonder kwetsbaar, vooral voor lange termijn slachtofferschap, aangezien het slachtoffer niet door heeft dat het slachtoffer is.

We doen een spel. Eén voor één gaan de deelnemers voor de groep staan. De groep noemt luidop alles wat opvalt aan kledij, haartooi, blik, verschijning, fysionomie… en de betekenis die deze dingen zouden kunnen hebben. Er wordt niet bevestigd of deze intuïties correct zijn of niet.

5. Target – Isolatie?


Ondertussen heb je jouw ideale potentiële slachtoffer uitgekozen. Nu dien je het slachtoffer naar een plaats te leiden waar je ongestoord je crimineel plan kan uitvoeren. Hoe zullen we het slachtoffer zo ver krijgen dat we het kunnen wegleiden? Hier zijn er vijf strategieën mogelijk:
1) door middel van een truuk, doen alsof;
2) door intimidatie met een wapen, dwang, commanderen…;
3) volgen naar de woonplaats, toiletten…;
4) wachten tot de persoon voorbij komt;
5) weglokken
Een bijkomende regel is: ga niet in rechtstreeks conflict met je target.
Het hele proces van isolatie houdt in dat je het slachtoffer weg haalt van mogelijke ‘resources’ (bronnen), zoals vrienden, familie, advocaten, politie, verzekeringen…

We zetten de oefening verder en beelden ons in dat we vastberaden zijn om ons doel van 160 euro per dag te bereiken. Met verbazend gemak doen we ons voor als taxichauffeurs, stadsgids of politieagent, we lokken slachtoffers mee naar een goed restaurant met locale keuken, doen alsof we op dezelfde manier gedupeerd zijn, en zorgen tegelijk voor informatie-inzameling over het potentieel slachtoffer: waar studeer je? wat studeer je? waar kom je vandaan? We vragen om hulp, zijn onze puppy verloren, bieden een drankje aan.

Thinking like a criminal’ maakt ons bewust van de kwetsbare posities en valkuilen waar ideale slachtoffers in trappen. Wil nu net dat we geen slachtoffer willen zijn. Dus keren we de denkprocessen om.

Als potentieel slachtoffer, wees bijzonder alert indien mensen aan ‘forced teaming’ doen. Hierbij gebruiken mensen met snode plannen het woord ‘wij’ voor dingen waar je het zelf helemaal niet mee eens bent. Bijvoorbeeld: “we hebben een probleem” terwijl je eigenlijk zelf helemaal geen probleem hebt maar de ander blijkbaar wel. Wees eveneens alert voor geschenken die uit het niks komen; deze geschenken hoeven niet steeds materieel van aard te zijn, het kan om informatie gaan waar je niet om gevraagd hebt, en die mogelijks dient om de band met de persoon met criminele plannen te versterken, of om het slachtoffer mee te tronen. Bijvoorbeeld: “Neem maar niet die weg, ik ben er ooit overvallen geweest, ik zal je een veiliger weg tonen”. Ook ongevraagde beloftes moeten je onmiddellijk 100% alert maken. “Stap toch in, ik doe je heus geen pijn”, is een uitzonderlijk verdacht statement. Mensen die geen slechte bedoelingen hebben, komen eenvoudig niet op het idee om iemand pijn te doen, en zullen geen dergelijke uitspraak maken, aldus Rory Miller.

We krijgen een aanvullende huistaak: start een praatje met de eerste de beste, en tracht te weten te komen waar hij geboren is, wat hij voor werk doet en waar hij leeft, terwijl je zelf geen informatie over jezelf prijs geeft. De meeste mensen antwoorden zonder achterdocht op deze vragen, terwijl ze heel wat informatie geven.

6. Target – Psychologische intimidatie?


We weten precies welk slachtoffer we willen, waar we het zullen selecteren uit de groep, hoe we het ‘rijp’ maken en hoe we het zullen wegleiden.
De voorlaatste fase houdt intimidatie in. Het slachtoffer wordt psychisch geshockeerd. Dit kan bijvoorbeeld door middel van het tonen van een wapen of een gevaarlijk uitziende hond. Presence kan imponeren, evenals de aanwezigheid van veel personen. Soms wordt gekozen voor het uiteenzetten van de consequenties van verzet, het bedreigen van een derde, vernedering, schuldgevoel creëren, of het in stand houden van hoop. We leren dat hopeloosheid een zeer sterk wapen tot overleven is. Waar hoop slachtoffers vaak al te inschikkelijk maakt, kan hopeloosheid leiden tot intens verzet en overleven. Het omgekeerde kan echter ook en is dus voer voor verder onderzoek.

7. Target – Uitschakelen?


In de laatste fase wordt het slachtoffer in die mate overweldigd dat het geen schijn van kans maakt om zich te verzetten. Deze laatste fase is niet steeds noodzakelijk: als een list goed werkt en bijvoorbeeld een diefstal ongemerkt kan plaatsvinden, is dit ook voor de dief een ideale zaak om aanhoudend een inkomen te kunnen hebben. Het spreekt voor zich dat niet alle asociale vormen van agressie diefstallen zijn, en dat incidenten een zeer gewelddadig einde kunnen hebben.
Voor deze laatste (niet steeds noodzakelijke) fase om ons crimineel doel te bereiken krijgen we een nieuwe opdracht. Bedenk wie je zal benaderen, waar je dit zal doen, wanneer je zal oordelen of de persoon klaar is om slachtoffer te worden, hoe je de persoon zal isoleren, en hoe je hem of haar uiteindelijk fysiek zal uitschakelen zodat je jouw gestelde doel kan bereiken.
Terwijl we dit bedenken dienen we onze weerstand tegen geweld te analyseren en een poging doen om te beantwoorden waarom deze weerstand er is. Scenario’s die succesvol eindigen met psychologische intimidatie mogen we overslaan. We gaan in het bijzonder op zoek naar incidenten met gewelddadige afloop.

De aspecten van fysieke controle zijn:
  1. Legaal en ethisch; emoties lopen meestal hoog op
  2. Gewelddadige intimidatie; zal verschillen naar gelang sociale of asociale agressie
  3. Vermijden of ontsnappen; zijn al dan niet mogelijk
  4. Hinderlaag
  5. Freeze/verstijven; bijna iedereen heeft als spontane eerste gedachte ‘dit gebeurt niet’
  6. Vechten; dit is waar we meest op trainen, maar wat minst vaak voorkomt (!)
  7. Nazorg; medische en psychologische hulp

Aan het eind van dag één van het seminarie brengen we onze scenario’s life voor de groep. Dit levert gruwelijke scènes op, die enkel grappig zijn omdat we weten dat het niet echt is.


In bovenstaand scenario wordt een vrouw (zittend, midden) met een kinderwagen  vriendelijk benaderd door een koppel waarvan de vrouw pretendeert ook zwanger te zijn. Terwijl de zwangere vrouw de baby in de kinderwagen aait, ontspint zich een gesprek dat eindigt in afpersing onder dwang van een mes, en de belofte te zullen langs komen nu het koppel weet waar de vrouw woont.

Het seminarie van Rory Miller houdt uiteraard niet op na het verkennen van ons potentieel criminele brein. De bedoeling is slachtofferschap vermijden. Met alles wat we geleerd hebben, construeren we de antwoorden zelf, en Sgt. Miller verschaft ons tal van trainingstips.

Reacties