Deel 5: Seminarie Rory Miller 

Logic of Violence / Think like a criminal


Op 12 en 13 december 2015 woonden we met Krav Maga Trainingscentrum een seminarie bij gegeven door Rory Miller, en georganiseerd door Systema Kortrijk.

Deel 5 van het verslag: ‘Trainingstips’.


1. Trainingstips


“Train because you love moving”

Nu we met ‘Think Like a Criminal’ crimineel perspectief denkbeeldig ingenomen hebben, en de criminele logica uit het niets opgebouwd hebben, is het tijd om met deze kennis onze studenten te leren wat effectieve zelfverdediging en awareness inhoudt. Rory Miller geeft een aantal trainingstips en elementen voor verdere reflectie. Hij keert hiervoor terug naar de 6 cruciale vragen die we hierboven beschreven.

2. Je studenten uit de ‘Target – Wie?-lijst’ houden


  • lijk in niets op de targets die we zelf beschreven hebben
  • let op je kledij en de gangbare praktijken rond je; hoe onopvallender, hoe beter
  • ga voor jezelf na in welke groep je naadloos opgaat, en wees je daarvan bewust
  • wees alert voor normen, en de normen van de groep mensen waartoe je wil behoren
  • wees alert voor taal, en de persoonlijkheid die eruit spreekt
  • beginners kunnen, wanneer ze uitgedaagd worden, hun emoties leren controleren door te rationaliseren: ‘je bent niet belangrijk genoeg om mee te vechten’
  • hoe gekker je eruit ziet, hoe minder je zal opvallen; bijvoorbeeld onaantrekkelijk en dikke brilglazen
  • verberg je vermoeidheid en eventuele handicaps als je jou op onveilige plaatsen begeeft
  • zie er ‘hard to get’ uit; zie er alert en levendig uit; zelfs al weet je niet waar je bent of waar je naartoe gaat, kies jezelf een fictief doel
  • informeer je over waar je naartoe gaat, en eens je aangekomen bent, neem de tijd om alles goed in je op te nemen. Er is geen nood om je te haasten. Weet waar exits en brandblussers zich bevinden, bijvoorbeeld.
  • TTCP, staat voor Teaching, Training, Conditioning en Play. Teaching en Training zijn geen goede methodes om ad rem te reageren op gevaarlijke situaties. Dit komt omdat de reptielhersenen (het ‘lizard brain’) weinig actief zijn tijdens gewoon onderricht. Wat werkt tijdens gewoon onderricht is de neocortex. Het zijn echter de reptielhersenen die het zullen overnemen van je denkend brein tijdens een ernstig incident. De enige manier om de reptielhersenen ook te trainen, is via operante conditionering en spel, bij voorkeur met verhoogd stresslevel. Conditionering en spel zijn natuurlijke leermethodes waarbij foute reacties onmiddellijk afgestraft worden en goede reacties beloond worden. Het is zoals tijgers in het wild opgroeien. Wat echter tijdens een doorsnee training gebeurt is dat goede reacties niet worden beloond, want in de groepsdynamiek denken we met ons monkey-brein of sociaal brein. Al te succesvolle reacties tegen gevaar kunnen gevaarlijk zijn binnen/tegen de groep, en dus worden deze vaak afgestraft. Training vormt dan het omgekeerde van wat we beogen.

Rory Miller stelt het luidop wat we allen denken ‘Waarom zouden we dan nog trainen?’.
Meer over Rory Miller, training en operante conditionering, en waarom intuïtie zo moeilijk te trainen is, vind je hier.

Rory Miller doet er een paar minuten later nog een schepje bovenop met ‘The Mathematics of Training’: Hoeveel zit in de portefeuille van iemand in de groep? Dus voor hoeveel euro kunnen we maximaal beroofd worden op straat? Hoeveel betalen we gemiddeld voor onze martial arts opleiding? Hoeveel uren trainen we voor iets wat wellicht nooit zal gebeuren? Hoeveel uren zijn we weg van huis waar we zo graag onze dierbaren zouden willen beschermen met onze skills? Train because you love moving, is Rory’s devies.

Huistaak, van dubieuze aard
  • Beledig een onbekende. Veelal zullen mensen reageren tegen onterechte aantijgingen en informatie vrijgeven.
  • Beledig een onbekende en wandel weg. Als je dit niet kan, meent Rory Miller, is de kans klein dat je geweld zal durven gebruiken tegen iemand die jou psychologisch of fysiek intimideert.

Een fout die velen maken is dat ze sociaal proberen communiceren met iemand die opgaat in eerder beschreven asociale agressie. Zo verliezen ze kostbare tijd om zich in veiligheid te brengen.

3. Je studenten uit de ‘Target – Waar?-lijst’ houden


  • Les één: geen paranoïa. Er zijn veel plezierige plaatsen ‘where cool stuff happens’.
  • Oefen op ‘jagen’, speel, ga naar buiten en heb oog voor de tactische architectuur van plaatsen.
  • Volg het lokale nieuws, weet waar de hot spots zijn voor agressie, maar wees je er ook van bewust dat journalisten soms stoppen met schrijven over plaatsen waar er al te vaak hetzelfde gebeurt.
  • Huiselijk geweld is één van de meest vervelende soorten van agressie om je studenten voor te behoeden eens ze slachtoffer zijn. Het eenvoudige advies ‘ga weg’ is vaak geen optie. Financieel kan vertrekken hard aan komen, terugvechten is gemakkelijker gezegd dan gedaan binnen complexe relaties, en intiem geweld komt in niets overeen met praktische tips om te overleven. ‘All answers suck’, maar als je dan toch raad wil geven: raad je leerling aan om een tool om beslissingen te nemen te hanteren, en laat hem of haar een plan van aanpak maken. Verhelderende literatuur uitgegeven door Rory Miller is ‘Campfires tales from hell’, met over dit onderwerp het hoofdstuk ‘Checklist for leaving an abusive relationship’ geschreven door Jael.
  • Parkings: wees alert in de buurt van shopping centra, voornamelijk bij het laden van de wagen.
  • Sociale vormen van agressie gebeuren waar jonge mannen in groepen samentroepen, waar drugs en alcohol genuttigd worden, en waar er territoria en grenzen zijn (dit kunnen fictieve grenzen zijn zoals bijvoorbeeld waar sport teams hun materiaal plaatsen, het bankje waar jongeren gaan roken…). Steeds geldt: als je de regels niet kent, houd je mond.
  • Asociale vormen van agressie gebeuren op verlaten plaatsen, zonder getuigen. Wees je bewust van hoe dicht je mensen laat naderen die je niet kent. Hier kunnen cultuurgebonden verschillen zijn.


4. Je studenten uit de ‘Target – Klaar?-lijst’ houden


  • Als je jouw studenten lang genoeg onder je vleugels hebt, kan je hen leren hoe ze zich kunnen bewegen, en het is zelfs mogelijk om facetten van hun persoonlijkheid te veranderen zodat ze minder gemakkelijk slachtoffer worden.
  • Als je echt niet weet waar je bent, doe alsof je een doel hebt in je hoofd, ook al is het fictief, en houd dit (denkbeeldig) doel voor ogen.
  • Doe je iets met hoger risico, houd je rug gedekt, sta bijvoorbeeld met je rug tegen een muur als je op een drukke plaats in een vreemd land een kaart bestudeert.
  • Een extra trainingstip van Rory: Bubble is not a circle. Meer over ‘the bubble’: §10 en verder.
  • Indien je hulp moet vragen: 1% van de mensen waar je hulp zal aan vragen zijn slechterikken, dus je kan het al eens slecht treffen, maar 99% van de mensen die jou ongevraagd hulp zullen bieden hebben slechte bedoelingen.
  • Ben je verdwaald, vraag hulp aan iemand die opgaat in zijn dagelijkse bezigheden.
  • Leer je studenten het verschil tussen Actief en Passief zijn. Vermijd om passief door het leven te gaan waar anderen controle nemen over het oplossen van jouw problemen. Stimuleer je leerlingen actief te leven, waarbij zij handelen, maak hen slimmer, meer capabel, en leer hen keuzes te maken.
  • Heb respect voor elkeen. Zelfs de kleinste kan jou laten betalen voor een gebrek aan respect.
  • Creëer tijdens de training een plaats waar elkeen buitengewoon kan zijn. Straf niemand om buitengewoon te zijn; laat hen buitengewoon en excellent zijn met je, dit is je trainingsdoel.
  • Leer hen dat het goed is om macht te gebruiken om te verhinderen dat mensen met slechte bedoelingen alle macht nemen.


5. Je studenten uit de ‘Target – Isolatie?-lijst’ houden


  • ‘Neen’ zeggen is een grens trekken; je dient dit te oefenen met je leerlingen. Ze leren dit niet door er gewoon over te praten.
  • Neen = geen onderhandeling, geen discussie, geen conversatie.
  • Krachtig neen zeggen tegen personen die toch blijven pushen en je grens verder overschrijden, houdt 4 stappen in:
  • Zeg waar de grens is (‘Blijf staan waar je staat’)
  • Herhaal waar de grens is  (‘Ik herhaal, blijf staan waar je staat’)
  • Zeg wat de straf bij overschrijding van de grens is ; let er op dat lichaamstaal congruent is met wat je zegt (‘Als je dichterbij komt, sla ik je op je gezicht en kom je niet meer recht’)
  • Pas de straf toe ; maak dat deze te justifiëren valt (Je slaat)
Gebruik hierbij korte zinnen, en zeg steeds wat je wil dat de ander doet. Zeg dus eerder ‘blijf staan’, dan ‘kom niet dichterbij’.
  • Maak je leerlingen ervan bewust dat het negeren van een ‘neen’ een slechte basis is voor eender welke relatie.
  • Reguleer je afstand ten opzichte van anderen (zonder te overdrijven): geef niemand de kans om achter je op te duiken; handige tip: houd de deur open, ondertussen heb je een 360° scanning van iedereen die passeert. Weet waar je jouw alertheid kan afleggen.
  • Leer de finesses van scanning en oefen het perifeer zicht.
  • Raad leerlingen aan om met hun naasten codewoorden af te spreken voor het geval er iets heel ernstig gebeurt. Dit kan de chaos van het moment verminderen.
  • Laat je studenten oefenen op botte uitspraken, zodat ze deze kunnen toepassen als het nodig is.
  • Oefen niet teveel op krachtige slagen en schoppen. Veel nuttiger om kracht te genereren is het gebruik van een voorwerp.
  • Bemerk dat ‘eerlijk’ geen woord is dat van toepassing is op reële situaties van agressie
  • Maak je leerlingen alert voor ‘forced teaming’. Als iemand aardig is zonder reden, dan is er een reden voor.
  • Leer je leerlingen aandachtig en bewust naar zichzelf te kijken, en maak dat ze weten waar ze kwetsbaar voor zijn, wat hun prijs is.
  • Een veelgemaakte fout van mensen die in een gevecht verwikkeld raken, is dat ze in de deuropening willen vechten. Ze denken dat eens ze daar komen, het gevecht eenvoudiger zal zijn. Op het moment dat ze in de deuropening aankomen, besluiten ze om verder of buiten te vechten, en zo verliezen ze cruciale momenten in de verdediging. Deuren staan bij veiligheidsdiensten gekend als ‘passages naar de dood’. Moet je vechten, vecht meteen; het vechten wordt niet makkelijker door te wachten, in tegendeel.


6. Je studenten uit de ‘Target – Intimidatie?-lijst’ houden


  • Wil je zelf informatie lospeuteren om te weten waar je aan toe bent, kan een cover story een optie zijn. Dit is echter moeilijk lang vol te houden aangezien er snel tegenstrijdigheden in je verhaal kunnen opduiken. Veel nuttiger is het om actief te luisteren.
  • Laat je studenten lessen in ‘actief luisteren’ nemen. De regels van actief luisteren zijn eenvoudig:
  • Stop je eigen interne monoloog. Stop met iets doen of iets zeggen tot de ander uitgepraat is.
  • Let op lichaamstaal. Doe eventueel aan pacing-and-leading.
  • Herhaal wat de ander gezegd heeft, en voeg eventueel feedback toe.
  • Denk na voor je antwoordt; dat ziet er hoe dan ook steeds slim uit.
  • Stel open vragen, die niet enkel met ja of neen te beantwoorden zijn.
  • Wanneer is er manipulatie aan de gang?… als je stopt en er begint over na te denken. Dat je erover tobt of je misschien gemanipuleerd wordt, maakt dat er volgens jou iets niet-natuurlijk aan de gang is; daar dien je alert voor te zijn.
  • Er is een fundamenteel verschil tussen iemand die een relatie probeert op te zetten om je te overweldigen, en iemand die een hinderlaag creëert. Bij een hinderlaag wil de agressor niet dat je ziet wat er staat te gebeuren. Misleiding daarentegen gebeurt in het opene, onder je ogen. Het is dus wel mogelijk om het op te merken.
  • Eigen aan truken is dat elke stap heel geloofwaardig lijkt. Je rolt er als het ware in tot de uiteindelijke misdaad plaats vindt. De personen die je benaderen zullen er ook alles aan doen om er niet als onbetrouwbaar uit te zien.
  • Maak je leerlingen alert voor incongruentie tussen wat gezegd wordt en wat er gebeurt. Als iemand zegt ‘Ik weet een leuk lokaal restaurant, het is er altijd heel druk’, en je slaat tegelijk een verlaten landweg in, weg van de menigte, dan is er iets loos.
  • Intimidatie houdt in dat je gestraft wordt als je niet meewerkt. Tips zijn: doe alles waarvan de agressor niet wil dat je het doet; leer bijgevolg je leerlingen om apenstreken uit te halen. Heb je nog ‘hulplijnen’ (vrienden, getuigen, advocaten…), gebruik ze.
  • Roep niet ‘help’ en ook niet ‘brand’, roep ‘verrekte pervert, blijf van me af’ en je weet zeker dat iedereen het zal gezien hebben.

Aan het eind van dag twee van het seminarie keren we terug naar onze zelfbedachte scenario’s van de vorige dag. Nu zullen we deze scenario’s opnieuw voor de groep brengen, maar we maken dat het script niet kan eindigen met de geplande daad van agressie. Wat opvalt is dat de preventie van een dodelijk scenario zich vrij vroeg in het gebeuren bevindt. Sommigen kiezen voor een duidelijke ‘neen, het spijt me jongeman, het is koud, maar nu ook niet zo koud, ik wil dat je vertrekt’, anderen kiezen voor een meer tactische opstelling, nog anderen zijn niet meer zo gul met hun informatie, of kiezen ervoor om niet dronken rond te zwalpen.



Rory Miller besluit met een aantal tips voor een scenario dat niemand van ons bedacht -aangezien dit niet tot de ‘asociale’ vorm van geweldpleging behoort- maar wat ongetwijfeld iets is waar velen al eens over nadenken: Wat als een wilde schutter opduikt op een plaats waar ik ben?
Indien de schietpartij niet door iemand georganiseerd is die volledig het verstand verloren is, behoort dit … jawel, tot een ‘sociale’ vorm van agressie: On Active Shooters.

Reacties